De Brabantse Pijl geldt als een zachte overgang van de kassei- naar de klimklassiekers. De nadruk ligt absoluut niet op kasseien, maar de Moskesstraat, sleutelklim die 4x beklommen moet worden, is wel met kinderkopjes geplaveid. Daar schudde eerst Morgado (2e revelatie dit voorjaar na Pithie) en later Teuns aan de boom. Teuns geraakte weg met Wellens en Van Den Berg. De definitieve ontsnapping, al sloten wel nog enkele renners in verschillende schuifjes aan in de laatste 10km, waaronder Hermans en Cosnefroy. De verstandhouding was meteen goed, al viel er vlak voor de laatste beklimming van de S-bocht een gaatje. De Nederlander Marijn Van den Berg zag plots dat hij enkele meters kreeg en trok door. Terwijl hij de snelste man van de kopgroep was met reeds 4 overwinningen dit voorjaar, waaronder enkele massasprints. De andere 5 probeerden het gat te beperken, maar het was Joseph Blackmore, jonge ploegmaat van Teuns, die de groep in de laatste rechte lijn terug bracht. Met Teuns en vooral Hermans hadden we 2 snelle mannen die het konden afmaken, maar het was Benoit Cosnefroy die het laken naar zich toe trok. Na vele ereplaatsen mocht hij deze keer op het hoogste schavotje plaatsnemen.
Dries Demeyer had dit goed doorzien en wint met de ploeg waarmee hij ook al de Strade Bianche won. Dries is de aanvoerder van Renaix les Bains, de groep van de politie van Ronse, waartoe ook leider Matthias Coppens behoort. Die kunnen met hun prijzengeld al een serieus feestje bouwen op Megavelo café op 26 april. Ignace Devreese en Pieter Soete, laureaat van editie 2002, kapen de overige podiumprijzen weg.
Matthias Coppens gaat ook als leider de Ardennenklassiekers in. Hij heeft een comfortabele voorsprong op Jochen Mores. Steven Himpe neemt terug de derde plaats over van Bert Verplancke.