Na de Brabantse Pijl argumenteerde ik waarom Mathieu gisteren niet mijn topfavoriet was. Die argumenten kunnen naar de vuilbak. Koersen boven de 200km nog te lang voor Mathieu? Ondanks zijn gebrek aan duurtrainingen wordt hij net sterker in de lange wedstrijden. Te zwaar voor de langere klimmetjes rond Valkenburg? Zelfs dat argument houdt amper stand. Gaat het op de steile hellingen wat te snel in vergelijking met lichtgewichten als Alaphilippe? Meer dan een minuut achter op de 2 koplopers op 5km van het einde? Dan rijdt Mathieu dat gat wel weer dicht op de vlakke stukken en lopende hellingen. Wat we gisteren zagen, was geschiedenis. De ommekeer van verloren positie naar winst was zo snel en de manier waarop zo sensationeel dat we hier over 20 jaar nog over zullen spreken. Nog stukken straffer dan Mattan die nog Flecha remonteerde in Wevelgem. Mathieu leek zijn eigen kansen verknald te hebben door al vroeg te demarreren op Gulperberg. Wou hij anticiperen of was ie te nerveus? De andere favorieten vonden het in alle geval nog te vroeg en bleven kalm. Mathieu kreeg enkel Izagirre mee, maar die werkte maar mondjesmaat mee. Ze werden nog voor de Eyserbosweg weer ingelopen. Toen Devenyns daar zijn kopman Alaphilippe lanceerde, moest Mathieu even naar adem happen. Meer en meer renners gingen in de tegenaanval, maar hij pikte nergens in. De koers was verloren, zo leek het. En eigenlijk bleef dit zo tot op 1km van het einde. Het moet gezegd dat de terugkeer enkel mogelijk was doordat het kopduo Fuglsang en Alaphilippe net iets te veel pokerde. Maar dat was hun goed recht. Met meer dan een minuut voorsprong heb je daar in normale omstandigheden alle tijd voor. Zeker in het geval van de trage Deen was dat zijn enige kans want die moest nog van de snelle Fransman zien af te geraken. Tot tweemaal toe demarreerde hij maar Julian gaf geen krimp. De volgende tactiek was om de lange beurten aan Alaphilippe te laten en toch op zijn sprint te speculeren. Die begon echter krampen te krijgen en reed ook niet meer 100% door. Intussen was VDPoel in de achtergrond alle achtervolgers één voor één aan het oprapen. Op 1 km van het einde schoot alleen Kwiatkowski over. Die kwam nog bij het kopduo. Toch een duidelijk signaal dat die te traag reden want de Pool zat er al compleet door. Hij trok meteen de sprint voor hen aan in de hoop zijn eigen podium veilig te stellen. Maar VDPoel had bloed geroken. Hij reed zelf het laatste gat dicht met 6 man in zijn wiel. Intussen keek de sowieso al hypernerveuze Fransman om de 10m achter zich en kon zijn ogen niet geloven. Hij ging noodgedwongen vroeg aan maar VDP had ondanks zijn helse achtervolging nog een vlijmscherpe sprint in de benen. Hij degradeerde al zijn collega’s tot miniemen. Enkel Simon Clarke kon nog enigszins zijn wiel houden. Onze jonge landgenoot Bjorg Lambrecht werd prachtig zesde bij zijn debuut. Zelfs Alaphilippe, die in Sanremo nog sprintles had gegeven aan de verzamelde wereldtop, waaide bijna omver toen VDP hem passeerde. On-ge-lo-fe-lijk! Koersgeschiedenis. We hebben het einde van zijn talent nog niet gezien. Maar er is ook een keerzijde. Na gisteren behoort VDP definitief tot de wereldtop en zal hij in elke koers waar hij start favoriet zijn. Er zal niet meer met hem gereden worden maar tegen hem. Daar ligt de volgende uitdaging voor de Nederlander. Maar laat hem hier nog maar eventjes van genieten.
Thomas Levrau had met Fuglsang en Alaphilippe de 2 pineuten van de dag maar had gelukkig voor hem ook VDP in zijn ploeg. Hij wint de Amstel voor Arne Bruyneel en Chris Folens.
In het klassement blijft de top 3 onveranderd met Patrick Byttebier, Jochen Deweer en Kenny Debisschop.